326
toen verder werd doorgemarcheerd. Na van hieruit van
een en ander bericht te hebben gezonden aan den assis
tent-resident van Mandhéling en Ankola, werd de terug-
marsch naar het passantenhuis aangenomen.
Te Baringien hadden de opstandelingen zich weder ver-
eenigd en werden zelfs eenige schoten op ons gedaan
doch zoodra de soldaten de kampong binnentrokken
ging alles andermaal voor hen op den loop. De mede-
deeling, dat Rangarhaut had geweigerd den brief aan te
nemen welke hem was toegezonden als eene aansporing
tot onderwerping, en dat Kali-Permata, aan wien een
gelijke brief was geschrevennergens was te vinden
deed den kapitein Moltzer de kampong in den brand steken.
En na alzoo velen, die wellicht door meer gematigde maat
regelen tot inkeer zouden zijn gebracht, gelijk met een
paar heethoofdige raddraaiers te hebben gestraft, keerde
men naar het passantenhuis terug. Die straf had echter
geenszins de gewenschte uitwerking; wel had zij ten ge
volge, dat de opstandelingen, uit vrees dat dit anders
door de soldaten zou werden gedaan, des nachts hunne
in de nabijheid gelegen kampongs Sala-Gloendi, Parasoeri
en Paggerriboean, zeiven in den brand staken.
Ten elf uur kwam de luitenant Schummelketel met
17 onder-officieren eu manschappen eu een handmor
tier in het passantenhuis aan, vergezeld van den met
de invoering der vaccine belasten officier van gezondheid
3eu klasse J. Bruynis en nog ecu honderdtal Ankolasche
hulptroepen. Tusschen Baringien en Sala-Gocndi was deze
kleine afdeeliug door de opstandelingen aangevallen, hef
teen door de hcerschende duisternis wel eenige verwar-
ring had veroorzaaktmaar ons toch geen ander verlies
kostte dan dat van twee paarden. Des morgens eene
excursie in den omtrek makendebevond men de bevol
king der verbrande kampongs naar het bijliggende ge-
O O