330
waren begonnen met den aangrenzen den stal in brand
te stekenhad liet daardoor verspreide licht de on
zen geholpen om hen nog tijdig te ontdekken, toen zij de
post bijna geheel hadden omsingeld en de bamboezen
omheining tot op 25 passen waren genaderd. Een goed
onderhouden vuurwaarbij niet minder dan 500 patronen
werden verschoten, en een met het aanbreken van den dag-
door den luitenant Rak arias en een gedeelte zijner
manschappen ondernomen uitvalhad lien weldra op de
vlucht gejaagd en uit de nabijheid van den post doen ver
dwijnen.
Na dien dag tot Pagger-Oetan te zijn doorgemarcheerd
en de bezetting aldaar bij den troep te hebben doen aan
sluiten, welke daardoor eene sterkte kreeg van 83 bajo
netten, twee kanonniers en een handmortier, werd den
12en de marsch vervolgd naar Boenga-Boendoer, waar de
tijding werd ontvangen dat de kampongs, behoorende tot
de koeria Si-Pirok, zich wilden onderwerpen. Naeenver-
geefscli wachten daarop, bleek echter dat deze tijding-
slechts een verraderlijk voorwendsel was geweest om
daardoor tijd te winnenten einde zich met vrouwen en kinde
ren in de op het gebergte gelegen en versterkte kampong
Lian te kunnen terugtrekken.
Den 22en werd derwaarts opgerukt langs eenen zoo
moeielijken, door zwaar bosch loopenden en overal met
randjoes beplanten weg, dat men meermalen verplicht was
een nieuwen doorgang te kappenen men eerst des na
middags ten 4 uur voor Lian aankwam. Gelegen op een
steilte van ongeveer 400 voeten, op de helling van het
gebergte, had de versterking weinig te lijden van eenige
uit den handmortier gedane worpenzoodat men al spoedig
tot de bestorming overging. Ongeacht de vele terreinhin
dernissen en eenige schoten, welke op de onzen werden ge-