353
zamelingen van kunst en wetenschap der Europeesche
volken als oorlogsbuit beschouwde
„Daar geheel Europa partij moet trekken van de be
langwekkende nasporingen, die zij in dit land gedaan
hebben, vermeen ik, dat zij rechten moeten hebben op
de bescherming van alle natiën, maar inzonderheid van de
uwe, die zich altijd gekenmerkt heeft door hare liefde
voor de wetenschappen en voor de kunsten."
Intusschen pakt een onweder boven Fransch-Egypte
samen. De dubbele aanranding van Egypte en van de
Malthezer-Orde door Bonapartewaarvan Paul I zich tot
grootmeester verklaard hadheeft den .Rus verzoend met
don Turk, met den Brit. De grootvizier is in Syrië
gekomen met een leger, „talloos als de sterren des
hemels."
Kléber heeft altijd den misslag betreurd dien men be
gaan had door de Porte, de oude en natuurlijke bond
genoot van Frankrijk, in de armen harer vijanden te
werpen. Hij wenschte de onvoorzichtigheid van zijn chef
te herstellen en de door dezen gevormde Coalitie te
ontbinden. Wij zullen den diplomaat Kléber aan het
werk zien.
Hij had de komst van den grootvizier niet afgewacht
om te beproevende verhouding tot Turkije te verbeteren.
Als commandant van Alexandrië, zonder gemeenschap
met Bonapartezien wij hem de taak op zich nemen
de gevoeligheid der Turksche zeelieden te ontzien, „daar
het belang der Republiek eischtdat men zooveel mooglijk
in goede verstandhouding leve met de Porte."
Belast met het .bestuur over Egyptehaast hij zich aan
den grootvizier te schrijvenom hem te herinneren dat
„de noodzaaklijkheid van een volmaakte eensgezindheid tus-
schen de Yerhevene Porte en Frankrijk nooit een vraagstuk
heeft uitgemaakt voor eenig staatkundigeen dat er
23