29
begrijpendat de Duitsche officieren ten volle erkenden
dat, zonder behulp van de telegraaf, de oorlog niet op
die schaal gevoerd had kunnen worden.
De Duitschors hadden in twee vroegere oorlogen on
dervinding van de zaak opgedaan. Zij begonnen den
Fransch-Duitsclien oorlog dus met een zeer volledige or
ganisatie. Zij gebruikten drieërlei soort telegrafende
eerste die in de onmiddellijke nabijheid van den vijand
o-ebracht werdde tweede, die de gemeenschap moest on-
derhouden tusschen de vooruitgeschoven legerkoi psen en
hun operatie-basis, en de derde de gewone rijkstelegiaai.
Het gansche stelsel stond onder bevel van een kolonel
der genieten behoeve van den dienst verbonden aan den
rijkstelegraaf; de onder hem staande officieren waren of
ficieren der geniede manschappen meest soldatenmaar
niet noodwendig van de genie; zij waren uit alle wape
nen genomen en velen deden in vredestijd dienst als bur-
gerlijke ambtenaren. De geavanceerde afdeelmg van de
veldtelegraaf moest tot dicht bij den vijand voortdringen.
Zij deed dienst in de loopgraven voor Parijsen onder
hield do gemeenschap als er een gevecht plaats vond. De
telegrafisten, die tijdens den oorlog in het Pruisische
leger dienst deden, waren in vredestijd uit de geledei en
genomen en opgeleid in de kantoren van de rijkstelegraaf
zjj deden dienst als telegrafisten, lijnopzichtersenz. In
vredestijd stonden zij onder de bevelen van burgerlijke
beambten en in de praktijk was er geen onderscheid tus
schen hen en de gewone burgerlijke telegraafbeambten.
Verreweg de meeste telegrafistenin het Duitsche legei
gebezigdwaren tegelijk soldaat en telegrafist.
In Duitschland heeftevenals vroeger in Pruisen, een
soldaat, die zijn tijd als korporaal of sergeant heeft uit
gediend en eervol uit den dienst ontslagen is, aanspraak
op een burgerlijke betrekking. Zoodoende wordt het leger
O DO