- 367
die toebereidingen ooit ernst geweest isen of hijin het
kamp van Boulognezich niet veeleer uitrustte voor ver
overingen op het vaste land. De Corr.espondancetoont
duidelijk aan dat die twijfel ongegrond is.
Het belangrijkste in dit deel ligt voor ons weder in
enkele losse opmerkingen. Zoo schrijft Napoleon aan
Marmont, die bevel voerde in het kamp te Utrecht„Zie
den soldaat veel en ga hem tot in bijzonderheden na.
Do eerste maal dat gij in het kamp aankomt, moet gij
acht uren achtereen inspectie houdenzie de soldaten een
voor eenhoor hunne klachten aanga de wapens na
en overtuig u dat niets ontbreekt; zulke wapenschouwin
gen van zeven of acht uur hebben groote voordeelen; zij
gewennen den soldaat om onder de wapens te blijvenen
toonen hem dat de chef niet aan vermaken denkt en zich
alleen met hem bezighoudt; dit geeft, vertrouwen."
Napoleon liet de cavalerie uitgestrekte verkenningen
verrichten. Zoo kreeg de maarschalk Lannes last om
met twee regimenten eene verkenning te laten doen. De
troep moest voor het aanbreken van den dag vertrekken
en twee mijlen doorloopendan moest een regiment nog
twee mijlen verder gaandaarna werd de verkenning nog
eene mijl door een escadron voortgezet, en eindelijk nog
een mijl afgelegd door een piket van de best beredenen.
Het korp van Lannes was dus tot op een afstand van
zes mijlen vooruit door verkenningen gedekt.
Omtrent de achterblijvers zegt de Keizerdat een staat
moet worden opgemaakt van allen die zonder wettige
redenen den troep niet gevolgd hebben, en dat de chefs
moeten zorgen dat de kameraden die personen minach
ten; want „voor hem, die geen deel heeft willen nemen
aan de gevaren en aan den roemis het de grootste
straf, dat hij door zijne kameraden met minachting wordt
behandeld."