371
stuk: „waar en hoe moeten permanente versterkingen
worden aangelegd", door den bouw van de ves
tingen Posen, Koblentz, Keulen, Germersheim, Ingol-
stadt, LTIm en Ilastadt; hun streven vond navolging bij
de Oostenrijkers, die de zoogenaamde „Nieuw-Duitsche"
(polygonale) versterkingswijze toepasten bij den bouw
van de vestingen Yerona, Krakau en Olmütz; ook het
geretrancheerde kamp van Lintz met zijn Maximiliaansche
torens dagteekent van de eerste helft dezer eeuw.
Het fransche corps du génie daarentegen bleef met
hand en tand vasthouden aan de Vaubansche overleverin
gen, en werd daarin gevolgd door de geniecorpsen van
verschillende andere mogendhedendie Frankrijkook
op het gebied der versterkingskunstals toongeefster
beschouwden.
Uit de wijze, waarop door de Duitschers.de nieuwe
vestingen zijn aangelegd, en uit de rijke literatuur over
dit onderwerpzouden wij nu gevoegelijk de navolgende
algemeene regels kunnen afleidenals kenmerken van het
standpuntdat de vestingkwestie kort voor de invoering
van het getrokken geschut had ingenomen.
I. De behoefte aan vestingen is afhankelijk van den
politieleen toestand van cenig landen staat in nauw
verband met de inzichten van hen, aan wie het staats
bestuur is toevertrouwd.
II. De sterkste vorm van een vestingstelsel is eene
linie van versterkingen aan eene groote rivier (het of- en
defensiefvermogen is daardoor groot).
III. De beste punten voor den aanleg van vestingen
zijn:
a. Groote stedendaar zij gewoonlijk de stapelplaatsen
vormen van de voortbrengselen van de omliggende land
streek; zij bieden gelegenheid aan tot het huisvesten eii
verzorgen van belangrijke troepenmachtenen zijn daarom