372
zoowel voor den aanvaller als voor den verdediger van
veel belang.
b. De samenkomsten van belangrijke wegenomdat zij
gelegenheid geven tot snelle concentreering van troepen
en verplaatsing naar alle richtingen.
c. Zooals reeds ter loops is opgemerktde groote
rivieren, omdat zij het voortrukken van den aanvaller
krachtig belemmeren en eene insluiting bemoeielijken
waardoor een legerkorps van eenige beteekenis dikwijls
zeer goed meester kan blijven van een der beide oevers.
IY. Alle overige kleine vestingen, indien zij namelijk
geen dienst kunnen doen voor de afsluiting van belang
rijke défilés, (bergpassen, spoorwegbruggen in de groote
operatielijnenenz.) moeten vervallen. Als depótplaatsen
toch zijn zij gevaarlijkzij eigenen zich bovendien minder
goed voor dat doeldoor hare geringe uitgebreidheid
somtijds kunnen zij nog van eenig nut zijn als steunpun
ten voor een opereerend leger, mits het terrein daartoe
bijzonder geschikt is. Dikwijls werken zij zelfs schade
lijk want haar onderhoud in vredestijd verslindt gewoon
lijk groote sommenterwijl hare veelal met weinig moeite
gepaard gaande verovering het moreel element van den
aanvaller ten koste van dat des verdedigers verhoogt.
Aangaande de eigenaardige inrichtingdie door de
Duitschers aan de door hen uitgevoerde vestingwerken
gegen werd, valt het navolgende op te merken:
I. De enceinte der vestingen en forten bestaat uit eene
aaneenschakeling van weinig gebroken lijnen, geflankeerd
door caponnières of zoogenaamde koffers.
II. Het zwaartepunt van de verdediging wordt zooveel
mogelijk verplaatst naar belangrijke punten van het om
liggend terrein (domineerende hoogten enz.).
III. Eene krachtige vuuruitwerking van het geschut