373
in alle tijdperken van de verdediging staat op den voor
grond.
IV. Er is gezorgd voor betere dekking van de ele
menten der verdediging (troepengeschutmunitie enz.)
V. Een offensief optreden op groote schaal wordt
voor den verdediger mogelijk gemaakt, en, in verband
daarmede,
VI. Wordt het omliggend terrein doelmatig gebruikt.
Nauwelijks echter had de vestingkwestie dit standpunt
bereikt en was deze oplossing van het vraagstuk betref
fende den aanleg der vestingen gevondenof de invoering
van het getrokken geschutin 't begin van de tweede
helft dezer eeuw, bracht eene ingrijpende verandering in
de versterkingskunst te weeg.
Bij den aanleg van vestingwerken dient vooral met de
volgende eigenschappen van dit geschut rekening te wor
den gehouden
I. De groote trefkans van het boogschotwaardoor de
aanvaller in staat is reeds op groote afstanden bres te
schieten, en de vesting al spoedig niet meer stormvrij
mag heeten.
Hieruit volgde do noodzakelijkheid, do muurwerken
eener vesting tegen indirecte schoten te dekkenook
moest van het gebruik van gedekte geschutstanden op de
wallen worden afgezientenzij het trefbare muurwerk
door pantseringen beschermd werd.
In 't algemeen moest gezorgd worden dat het muur
werk van reduits, kazemattendefensieve kazernes enz,
niet alleen aan het gezicht, maar ook aan het indirect
vuur van den vijand onttrokken werd.
Yerder moesten de grachten versmald en de cordons
van de escarpmuren verlaagd wordendikwijls moest
worden afgezien van den aanleg van een bedekten weg,