377 IV. De meeste volgens de denkbeelden van de vorige eeuw gebouwde, kleine Vaubansche vestingen, met haar volslagen gebrek aan bomvrij onderkomen, waren op den duur niet bestand tegen de uitwerking van het vij andelijk geschutvuur. V. Als gevolg van de boven genoemde omstandigheden waren de meeste Fransche vestingen niet in staatde ver deding offensief te voeren of eenigen invloed op de operatiën in het vrije veld uit te oefenen; zij zagen zich alzoo uitsluitend tot een lijdelijke verdediging gedoemd. Voor de beoordeeling van de waarde der moderne ves tingen bij de hedendaagsche wijze van oorlogvoeren^ kunnen nu uit het bovenstaande de volgende grondregels worden afgeleid. ad I en II. De versterkte plaatsen van den tegen- woordigen tijd moeten reeds in vredestijd zoo volledig mogelijk voor den oorlog zijn uitgerust, en de vestingen, welke nabij het oorlogstooneel zijn gelegenmoeten na de mobiliseering van het leger onmiddellijk in staat van ver dediging gebracht worden, zonder eene beslissing in 't vrije veld af te wachten. ad III. Vooral het moreel element van de levende strijd krachten eener vesting oefent grooten invloed op de verdedi ging uit; een energieke kommandant en uitgezochte bezettings troepen zijn dringend noodig, wil men op het juiste oogen- blik tot een krachtig offensief overgaanzonder dit laatste ver liezen de meeste moderne vestingen haar waarde. De veelal ge volgde regel, om minder goed geoefende troepen voor de verde diging van vestingen te gebruiken, is daarom geheel te verwer pen, integendeel zou het omgekeorde aanbeveling verdienen- Wel is waar moet de soldaat te velde zich op het slagveld gemeenzaam maken met tooneelen van dood en verwoesting, waarvoor zelfs de ruwste in den beginne

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 383