379 gelijk maken; vestingen van den eersten rang moeten bo vendien invloed kunnen uitoefenen op de groote operatiën van een leger. Tn den oorlog van 18701871 komen echter ook voor de Franschen gunstige momenten voor. Zoo heeft b. v. de verdediging van Parijs de beslissing van den oorlog maan den lang verschovenen daardoor indirect het organiseeren van nieuwe veldlegers begunstigd; zoo hield Metz aanzien lijke Duitsche strijdkrachten voor zijn wallen gebonden; en Belfort bewees dat ook oudere, door liet terrein be gunstigde, niet te kleine vestingen bij goede bewapening en energieke verdediging een weerstand kunnen bieden, zooals zelfs in vroegere tijden zeldzaam voorkwam. In het algemeen is het vrij zeker, dat eene schitterende verdediging minder het gevolg is van de fortificatorische inrichting der vesting, dan van de energie en volharding- van den kommandant en de bezetting, en vooral van eene behoorlijk artilleriebewapening. In verband met de boven geschetste ontwikkeling van de vestingkwestie gedurende den loop dezer eeuw kun nen wij nu besluiten, dat een goed georganiseerd vesting stelsel van den tegenwoordigen tijd in 't algemeen moe ten bestaan uit de volgende versterkingen: 1. Gerctrancheerde hampengeschikt voor de opne ming van groote troepenmassa's en het doen van uitvallen op groote schaal. 2. Zoogenaamde sper vesting en, aangelegd met het doel om de operatiën van de eigen troepen te dekken en daarentegen die van den vijand zooveel mogelijk te be lemmeren. Naar omstandigheden kunnen zij voorkomen als afsluiting van bergpassen, wegen, spoorwegen, rivieren enz. 3. Depótvestingenwaaronder men die vestingen ver staat, welke om bijzondere redenen niet gesloopt worden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 385