881 stellen en op liet gunstig oogenblik tot een offensief op treden over te gaan. Eindelijk is een opereerend leger, dat op goed inge richte vestingen steunt, vrijer in zijne bewegingen en be hoeft het zich daarin niet geheel naar de operatiën van den aanvaller te schikken. Naarmate nu een vesting van den tegenwoordigen tijd de boven opgesomde voordeelen in meerdere of mindere mate aan een opereerend leger oplevertvermeerdert haar invloed op den gang van den oorlog, en daarmede hare waarde als versterking. Ten gevolge van den hier gesclietsten invloed der ves tingen moet de aanvaller bij het ontwerpen van zijn ope ratieplan nu wel degelijk rekening houden met de ves tingen welke in de landstreek gelegen zijn, die hij tot doel zijner operatiën gekozen heeft. Yooral moet nauwkeurig gelet worden op het groot of- en defensief vermogen van de uitgebreide geretrancheerde kampen, omdat voor hun ne insluiting gelieelo legerkorpsen noodig zijn en deze alzoo aan de operatiën in het vrije veld onttrokken worden. Zoo neutraliseerde Metz, met een effectief van 154,000 man troepeneen Duitscli leger van 230,000 manterwijl voor de belegering en insluiting van Parijs 206,000 man en 738 veldstukken noodig waren. Niettegenstaande die aanzienlijke strijdkrachten waren de insluitingsliniën nog tamelijk zwak; bij Metz besloeg zij een uitgebreidheid van 60,000, bij Parijs een van 100,000 pas, zoodat bij eerstgenoemde plaats slechts 4 en bij Parijs slechts 2 man per pas kwamen. Bij beide plaatsen waren het de fortenlinie en de aanwezig heid van een veldleger, die den aanvaller dwongen zulke uit gebreide stellingen in te nemenuit den aard der zaak moes ten die liniën vrij zwak zijn, waardoor een offensief op treden van den verdediger veel kans van slagen aanbood.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 387