384 Die verschillende voorwaarden kunnen zoodanig samen vallen, dat in liet eene geval kleine, in het andere groote vestingen noodig zijn; dan eens dichter bij de grenzen des lands, dan weder nader bij het centrum gelegen; soms wordt dat centrum-zelf versterkt, al naarmate die punten voordeelige stellingen aanbieden. In enkele bij zondere gevallen kan ook een cordon van kleine vestingen aan de grenzen of in de nabijheid aanbeveling ver dienen zooals b. v. bij de Russisch-Aziatische grenzen is toegepast. Het aanleggen van vestingen op zoogenaamd ontoe gankelijke punten moet zooveel mogelijk vermeden wor den; wel kunnen zij een groot weerstandsvermogen ont wikkelen wanneer zij op den weg van een voortrukkend leger zijn gelegen en niet om te trekken zijn, doch is dit laatste wel het geval, dan wordt hare waarde gering, daar ook haar offensief vermogen ten gevolge der ligging van weinig beteekenis is. Een gering aantal troepen is dan meestal voldoende om eene dergelijke vesting te blokkeerenmet andere woorden onschadelijk te maken. De voordeeligste stelling is daarom gewoonlijk niet die welke op een ontoegankelijk punt gelegen is, maar wel een zoodanige, die den vijand het meest bedreigt. Eene positie van dien aard is echter veel meer open dan gedekt. Door een „open" terrein mag echter in dit geval nooit een volkomen vlakte verstaan worden. Het moet de krachtigste verdediging der vesting toelaten zonder daarbij het garnizoen te veel bloot te stellenwanneer het. ge deelten heeft gedetacheerd voor het onveilig maken der vijandelijke operatielijnen. Eindelijk moet het insluiten eener vesting zoo bezwarend mogelijk worden gemaakt. De waarde eener stelling wordt dan ook aanzienlijk ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 390