408 aan Sponville, een ouden vriend van Paclie en vroeger clief van de schatkist Trésorerieaan Carnot-Feulins, broeder van Lazare Carnot (den beroemden minister van de Conventie en liet schrikbewind); aan den generaal Ri- vaz, Zwitsersch oud-officier in dienst van Frankrijk; aan een vriend van dezen generaal, L. Muller, en eindelijk aan Noël Bouchotte, niet minder onwetend dan Pache. Zie, mijnheerdat zijn uw klomploopers en brandewijn drinkers. Zoo dit u niet genoeg is en gij nog eenige bij zonderheden omtrent hunne zeden verlangt, zullen wij er bijvoegen, dat Pache, om al deze werkers in denzelfden geest en in volkomene overeenstemming te houden, een zeer eenvoudig middel bezigde. Allen hadden hunne plaats aan zijn dischen hij koos hen tot zijn eenig gezelschap. Eiken dag om drie uur gingen MeusnierDufalga, Yergne, Audouin, Yincent, ïïassenfratz en Carnot-Feulins met den Minister aan tafel zitten, alsook Mejuffrouw Sylvia, zijne dochter, en haar broêrtje, onder het voorzitterschap van grootmama, de moeder van Pache. En bij het opbreken van dit gezel schap waarin een vroolijkezachteweldadige familie geest heerschte, zette ieder zich weder aan den lastigen arbeid met nieuwe geest- en veerkrachten het was voor allen niet meer dan kinderspel om de plompe kuiperijen van Dumouriez af te weren of de geheele bende der d'Espagnac's op diefstal te betrappen. Men werkte bij de chefs tot twee uur 's nachts. "Wat wij daar zeiden gelijkt in niets, gelijk men ziet, op hetgeen de heer van Sybel vertelt. "Welnu, men zou even goede wêerleggingen kunnen leveren van al zijne beweringen omtrent de mannen en de zaken van Frank rijk in 1793, hetzij het den oorlogsminister Bouchotte en zijne reorganisatie der kaders geldtof Danton en zijne staatkundige handelingen, of Destournellesden voorzitter

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 402