417
laffe, erbarmelijke schreeuwers, intriganten en goochelaars
herschapene aanvoerders der Omwenteling niettemin de
Europeesche maatschappij omkeerden en hun onuitwisch-
baren stempel drukten op elk volk, dat hunnen invloed
ondervond?
Wat wij heden ten dage in de oude Duitsehe gewesten
aan den Boven-Rijn (den Elzas) en aan de Moezel (Lotha
ringen) beleven, raadt ons voorzichtigheid aan bij handha
ving van het ongunstig oordeel over de Omwenteling.
De bescheiden der geschiedenis zijn niet precies die van
een lijfstraffelijk geding, en als een groote beweging door
kleine menschen is tot stand gebracht geworden, verliest
zij daarom nog niet haar groot karakter. (ïiu er meer
licht begint door te dringen in de geschiedenis van dat
ongeëvenaarde treurspelblijkt het ook meer en meer
dat die „kleine" menschen alles behalve klein waren.
Mirabeau moge veil geweest zijn, Baco en Mazarin waren
dat ook, en daarom toch geen kleine mannen. Danton
was eveneens groot en volstrekt niet veil. Maillard was
niet klein. Zelfs Mar at wordt tegenwoordig veel gun
stiger beoordeeld dan vroeger. Anacharsis Cloot's levens
beschrijving door Avenel is als eene openbaring en eer
herstelling door de vele, tot heden voor de meesten on
bekend gebleven bijzonderheden. Bouchotte, Pache en
Carnot, drie ministers van oorlog uit de omwenteling,
overtreffen verre de dwergen, die wij dikwijls in onze
eeuw aan het hoofd van het krijgsbestuur in de wes-
tersche staten hebben gezien. En zoo zoude ik kun
nen voortgaan met groote mannen te noemen. Dat ve
len in liet zoo stormachtige tijdperk niet aan de verwach
ting hebben beantwoord, zal niemand verwonderen, die
heeft waargenomenhoeveel geüsurpeerde reputaties bij
elke kleine beroering in deerniswaarde naaktheid worden
ten toon gesteld.)
27