430 slagen. Ik zou dus willen dat de veldwerken eene door gaande geschutstelling hadden, zoodat men op eene face twaalf of vijftien stukken kon plaatsen." „Een leger moet eiken dag, elke nacht, elk uur gereed zijn om allen wederstand te bieden waartoe liet in staat is; de soldaten moeten alzoo steeds wapens en munitie bij zich hebben; de infanterie altijd vergezeld zijn van hare artillerie en cavalerie; de verschillende division ar tillerie moeten altijd elkander kunnen ondersteunen en beschermen; in kampen, bivakken en gedurende den marsch moeten do troepen op de voordeeligste wijze geplaatst worden, zoodat de flanken aangeleund zijn en men op de beste wijze van het geschut gebruik kan maken." Staat van overleden officieren van het Nederlandsch- Indisch leger. O DATUM PLAATS NAME N. RANGEN. van overlijden. van overlijden. AANMERKINGEN. C. E. J. Schweijs. kapitein der infanterie. 2 October 1878. Anagaloe- ën g. (Atjeh.) H. C. van Stap- pershoef. Ie luite nant der infanterie. 15 Mei 1878. Amsterdam In October 1878 bij het Dep. van Oorlog bekend ge worden. M. Smeets. id. 30 Mei 1878. Op reis naar Nederland (schip No- ach III.) Idem.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 416