432 dienstbaar wilden doen zijn aan de belangen van het le ger en van hunne kameraden. Aan hen dankt het Tijd schrift zijne levenskracht. En de Indische officieren, van de hoogste tot de laagste rangen, hebben het nooit doen ontbreken aan waardering van het geleverde werk, al liet dit ook nog te wenschen over; aan aanmoediging, 0111 op het ingeslagen spoor voort te gaan. Zjj wisten rekening te houden met de onvermijdelijke bezwaren, aan de re dactie verbonden, en bedekten de gebreken, die aan het Tijdschrift kleefden, met den mantel der toegevendheid. Daardoor is de taak van den ondergeteekende in liooge mate veraangenaamd en verlicht. Mogen de medewerking en de welwillendheid, die hij steeds ondervond, ook het deel wezen van zijnen opvolger! Dan zal deze, zich met frissche krachten tot den arbeid zettende en zijn voordeel doende met de opgedane onder vinding, ongetwijfeld in staat zijn, het Militair Tijdschrift meer en meer te doen beantwoorden aan zijn doel, en het te brengen tot verderen bloei. Indien hij in zijn pogingen hiertoe slaagt, zal niemand zich meer verheugen dan De aftredende redacteur E. B. Kielstra..

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 418