43
banning gestraft. De bedienden, die hun lieer bij een
duel behulpzaam waren geweestwerden gestraft met gee-
seling en brandmerk.
Het prijzenswaardige in dit edict waren de middelen
die voorgeschreven werden om eene beleediging waardoor
iemands eer gekrenkt wasop eene behoorlijke wijze te
wreken. Daartoe werd eene rechtbank samengesteld uit
de maarschalken en pairs van Frankrijk. Yoor die recht
bank moesten de edelen alle quaestiën van eer brengen.
Mondelinge beleedigingendémentisvuist- ot stokslagen
werden gestraft met gevangenis en het geven van open
lijke voldoening. Iemanddie een oorvijg gegeven had
moest er een in het openbaar terug ontvangen. Degene
die weigerde voor die rechtbank te verschijnenkreeg
gardes in huis, die op zijne kosten onderhouden werden
zoolang hij bij zijne weigering volhardde. Men noemde
dat krijgsvolk „g ar nisaires"deze gewoonte wordt nu
soms nog op weigerachtige belastingschuldigen toegepast.
In het begin stichtte die rechtbank wel eenig nutte
meer daar er een premie op gesteld werd voor dengene
die een voorgenomen duel bekend maakte. Zoo bijv. kreeg
een soldaat 150 francs belooning, als hij een duel in
zijn regiment aanbracht.
Het duurde echter uiet lang of men duelleerde meer
even hard als vroeger. Eens zelfs zond Lodewijk een
zijner edellieden tot een ander met de boodschapdat als
hij duelleerdehij zijn hals zou verliezen. De ge
zondene echter, in plaats van zijne boodschap over te
brengen, nam de rol van secondant aan en vocht flink
mee. De Koning was woedendstrafte allen met ver
banning, doch vergunde hun eeuige jaren later terug
te keeren. Onder zijne regeering heeft een officier nooit
ongestraft een duel geweigerd. Geen chef zou geduld
hebbendat men zich op de edicten beriep om eene uit-