57
„De eergerichten hebben een dubbele taak. Zjj moeten
door hunne besluiten de eer zuiveren van een ieder, die
onder den druk van weinig gegronde vermoedens verkeert,
voor zooverre het niet mogelijk is deze door andere mid
delen weg te nemen. Zij moeten bovendien de eer der
officierskorpsen ophouden tegenover de officierenwier ge
drag niet overeenkomstig de eer van het korps is.
„De leden van den raad van eer moeten als vriend
schappelijke raadgevers optreden bij hunne kameraden
die quaestiën van eer aan hun oordeel onderwerpen.
„Door te bepalen, dat de raden van eer bij stemming
door hunne kameraden benoemd wordenis een waarborg
verkregen, dat de Commandant van het eergericht bijgestaan
wordt door een lichaam, dat de geschiktheid bezit om de
veeltijds delicate eerezaken naar eisch te behandelenmaar
ook dat alleen officieren zouden worden benoemddie het
vertrouwen van hunne kameraden in zoo hooge mate be
zitten dat zij een bevoegd oordeel in zaken van eer
kunnen uitspreken. Geen officier moet zijne stem aan
een kameraad gevenzonder zich van deze beginselen te
hebben doordrongen.
„De militaire autoriteiten moeten geen officieren voor do
eergerichten dagen, die zich schuldig gemaakt hebben
aan feitenwelke zij kunnen straffen krachtens hun recht om
de discipline en hunne autoriteit te handhaven.
„Door anders te handelen, zouden zij het prestige der
besluiten van de eergerichten nadeel doen.
„Hoewel de raden van eer en de eergerichten de eer van het
officierskorps moeten handhaven, zoo belmoren zij toch bezield
te zijn met een geest van welwillendheid. Het onderzoek moet
zich bepalen tot feiten betrekkelijk de zaak in quaestie,
en map; zich niet uitstrekken tot feiten, die er niet mede
in onmiddellijk verband staanook mogen zij zich niet laten
bemoeilijken of tegenhouden door nuttelooze formaliteiten.
o