- 58 - „Er moet streng op gelet worden, dat de quaestiën die zich in eenig officierskorps voordoenniet meerdan volstrekt noodzakelijk is, buiten hun kring bekend worden. „De regiments-commandanten zullen deze order ter kennis brengen van nieuw aangestelde officierenvoorts zullen deze bevelen veelvuldig aan de officieren herinnerd moeten worden door ze hen voor te lezen." Tegen het duel waren in 1843 verschillende strafbepa lingen vastgesteld. Naargelang van de omstandigheden bestonden deze straffen in vestingstraf van één maand tot twee jareningeval liet duel geen doodelijken afloop had, en van één tot vier jaren, als dit wel het geval was. Bij het duel a outrance of bij het niet nakomen der ge bruikelijke regels werd de straf verzwaard van 5 tot 20 jaren. Nimmer bleef het duel ongestraft, al had het ook plaats gevonden met toestemming van den raad van eer. In bovengenoemde missive van 2 Mei 1874 zegt de Keizer omtrent het duel thans het volgende: „Overtuigd, dat in mijn leger goede zeden en een goede toon heerschenen dat de geschillen en beleedigingen van officieren onderling hoe langer hoe zeldzamer zullen worden, is door mij besloten de bepalingen der verordening van 1843 te doen vervallen. „Het spreekt echter van zelf, dat een officier, die met een ander eene quaestie heeft, waarbij de eer gemoeid is, daarvan persoonlijk of door tusschenkomst van een zijner kameraden moet kennis geven aan den raad van eer, waaronder hij ressorteert, en wel uiterlijk op het oogenblik, waarop hij eene uitdaging ontvangt of doet. „De raad van eer zal onverwijld den commandant van het eergericht met de zaak in kennis stellenen vóór het tijdstipdat voor het duel is vastgesteldeene verzoening trachten tot stand te brengenzoo dit mogelijk wordt geacht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 64