02 misslagendie de eer van dien officier of van het geheele officierskorps aantastenter kennis te brengen van den raad van eer. De raad geeft hiervan op zijn beurt kennis aan den commandant van het eergericht, die, na den raad gehoord te hebbenbeslist óf eu op welke wijze de zaak vervolgd moet worden. Oordeelt de commandant een onderzoek naar de geïncrimineerde feiten noodzakelijk, dan stelt de raad dit onderzoek in, en brengt van zijne bevinding mondeling of schriftelijk verslag uit aan den commandant. De raad handelt op gelijke wjjze, wanneer de commandant hein een onderzoek gelast betrekkelijk eene zaak, die niet vooraf bij den raad is aangegeven. Ieder officier, die onder een eergericht ressorteert, heeft het recht, de beslissing van dat gericht over zijn eigen gedrag in te roepen, en is verplicht al de inlichtingen en ophelderingen te verstrekkenhem door den raad van eer gevraagd. Procedure. Wanneer de commandant van een eerge richt van oordeel isdat een officier daarvoor moet ge bracht worden, vraagt hij dit officieel aan de autoriteit, die het recht heeft eene zaak voor een eergericht te brengen, onder overlegging van de bescheiden en het advies van den raad van eer, het advies der chefs van den beschul digde en een eigenhandig rapport over dezen officier waarin o. a. inlichtingen over diens gedrag gegeven worden. De bevoegdheid tot het bjjeenroepen van een eerge richt voor subalterne officieren berust uitsluitend bij de voorzitters der divisie-, legerkorps-en garnizoenskrijgsraden. Een eergericht voor een hoofdofficier kan alleen bijeen geroepen worden door den commandant van het legerkorps. Een regiments-commandant of hoofdofficier van over- eenkomstigen rang kan alleen na machtiging van den Keizer voor een eergericht gedaagd worden. O O O O O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 68