67
den krijgsraad vernietigde en den duellist tot 5 jaren, de
getuigen tot 3 jaren gevangenisstraf veroordeelde.
In dat vonnis wordt gezegd: dat volgens de nieuwere
rechtsuitlegging in Frankrijk het duel wel degelijk als
manslag gestraft werddat echter de redenenwaarom
de duellist genoodzaakt was geworden tot duelleeren
aanleiding gaven tot verzachtende omstandigheden en hem
derhalve slechts eene correctioneele straf werd opgelegd.
Duellist en getuigen verkregen echter van Koning Wil
lem II volkomen gratie.
Uit latere jaren zijn ons gevallen bekenddat aan
duellisten zoowel correctioneele straffen (bijv. een maand
cellulaire gevangenisstraf) als disciplinaire straffen werden
opgelegd, hetzij door de krijgsraden, hetzij door chefs.
Het is voorzeker een hoogst gunstig verschijnsel, dat
het duel onder onze officieren meer en meer uitzondering
wordt. Zijwier gevoel van eigenwaarde hoog ontwikkeld
is, zullen in den regel een duel kunnen vermijden, en
zullen zich daartoe niet laten dwingen door de vrees om
in de achting hunner kameraden te dalen. Tegen aan
drang van kameraden, die buiten de zaak staan, kan
niet genoeg gewaarschuwd en gewaakt worden.
„Die aandrang is vaak de oorzaak van een duel. Waar
partijen meenen de zaak in der minne te kunnen schikken,
daar komen soms de vrienden van den beleedigde hem
aantoonen „dat hij het er zóó niet bij laten kan." Volgde
men dan steeds het voorbeeld van hemdie daarop om
den schijn van niet durven van zich af te worpen die
vrienden uitdaagdedan zou er zeker menig duel voorkomen
wordenwant dan vinden die vrienden gewoonlijk die zaak
ook zoo erg niet, en zóó hadden ze het niet bedoeld."
Voordracht van Mr. II. van der Hoeven in de Yereeniging tot beoe
fening- der krijgswetenschap.