73 reeds reden genoeg 0111 het door iets anders te ver vangen. „Dat het duel nog bij ons bestaat, is te wijten aan een maatschappelijk vooroordeel. „De meeningdat elke beleediging, elke vermeende schending der eer den beleedigde in de noodzakelijkheid brengtdaartegen iets te doen en zooals het heet die beleediging niet te laten zitten - en het vooroordeelals zoude het duel daarvoor het geschikte middel zijn, wor den ook blijkens de talrijke wetgevingen, die afzonder lijke voorschriften behelzen aangaande de duels tusschen officierenvoornamelijk bij dezen gevonden. „Men bedenke dat ik niet spreek over één officier af zonderlijk, maar over den officiersstand, over het en semble van de officierendie als zoodanig in vele op zichten ik betreur heteen afgesloten geheel uitmaken eene bijzondere plaats in de maatschappij innemen. „Waaraan is dit voornamelijk te wijten? „Ik geloof hieraan, dat de officieren iets bezitten, wat geen burger bezitdat isde militaire eer. „Welke de kracht van deze uitdrukking is werd mij hoeveel moeite ik mij daarvoor ook gegeven heb nooit recht duidelijk. Meermalen en bij onderscheidene gele genheden heb ik gevraagd: Geef me een juiste heldere definitie. Ik heb ze nooit gekregen. „De officier moet fatsoenlijk man zijn en blijven, Dat begrijp ikMaar dat hij een andere soortzelis een andere mate van eer zou hebben dan de burgerdat kan ik niet inzien. „Maar het begrip bestaatalthans men meent dat het bestaaten dat begrip maakt dikwijls den officier teer gevoeliger dan den burgerte teergevoelig wellicht. Dat begripook gesterkt van hoogerhandook eenigermate

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 79