89 Elke quaestie van eet1 dus ook het duel moet binnen tweemaal vier en twintig uren na de beleediging beslecht zijn. De bcleedigde kiest zich één of twee getuigen. Waar het te voorzien isdat de beleediging geen duel ten gevolge zal hebben is één getuige voldoende bij ernstige quaestiën is het raadz .am twee getuigen te kiezen. Men kieze zijne getuigen onder zijne vrienden of ka meraden bij voorkeur onder zijne collega's. Door officieren, die een hoogeren rang dan wij zelf bekleeden, uit te noodigen tot onze getuigen brengt men hen allicht in moeilijkheden. Men vergete nietdat naar onze wetgeving het duel gestraft kan worden als misdrijf. De hoogere in rang zou dus vervolgd kunnen worden omdat hij zijn ondergeschikte tot het plegen van een misdrijf (tot duelleeren) had geraden. Men zij bij de keuze van zijne getuigen indachtig dat men zijne eer in hunne handen stelt van af het oogenblik, waarop zij hunne taak aanvaardenen dat men zich dus geheel naar hunne zienswijze voegen moet; want ook zij stellen zich met hunne eer er voor verantwoordelijk, dat de eer des beleedigden gezuiverd worde van de aangedane smet, en dat van den beleediger geene excuses gevorderd worden, die strijdig zijn met eene ridderlijke erkentenis van ongelijk. Iemand, die rechtstreeks in den twist betrokken is geweest, moet men niet tot getuige kiezen; want de getuigen moeten onbevooroordeeld en onpartijdig de quaes tie kunnen behandelen. Het kan gebeurendat men beleedigd wordt in eene andere plaats dan die zijner inwoning; alsdan wende men zich tot de officieren, aldaar in garnizoen, of bij ge breke van die tot personenmet wie men op dat oogenblik in gezelschap verkeert.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 95