J. K. II. De Roo van Alderwerelt.
Het jaar 1878 was bijna ten einde gespoed, toen de
droevige mare verspreid werddie ens eerst lieden bereikte
dat een man den laatsten ademtocht had uitgeblazen, op
wien het Nederlandsehe leger met trots mag wijzen. De
Heer De Boo van Alderwerelt is niet meer. Door eene
langdurige en smartelijke ziekte sedert geruimen tijd aan
de gewone dienstbezigheden bij het Ministerie van Oorlog-
onttrokken, heeft ook hij aan den onverbiddelijken Dood
eindelijk gehoorzaamd, die hem, noch in de kracht zijns
levens, aan zijne liefste panden en het voorwerp zijner
ernstigste studiën en aanhoudende zorgen het leger
ontrukte.
Meester! Wie zal Uwe plaats kunnen innemen en ons
als helder lichtend baken tot veiligen gids dienen uit den
doolhof van het heden op den goeden weg der toekomst
Als krijgskundige werd hem reeds
vroeg door Knoop en het onpartijdig
gedeelte van Nederlandss officieren
de rang aangewezen, dien hij ver
dient en eenmaal zal hebben.
Monitor. Indische militaire belan
gen. 1875.