101 -
dat de mannen vrij groot en sterk gespierd zijn.:Eene
verhooging dus van den maat en eene serieuse keuring
door den officier van gezondheid (die tot nu toe zeer
veel te wenschen heeft overgelaten) zouden ongetwijfeld
gunstige resultaten hebben opgeleverdook is het gemak
kelijk na te gaandat bij deze half-wildevan alle
beschaving verstoken menschen de pliysieke kracht het
gemis van intellectueele ontwikkeling moet vergoeden.
Daarop lettendehad men ten minste eenigen waarborg
gehadmet wezenlijke Alfoeren te doen te hebbenterwijl
men nu inofficieel (want het stamboek is in orde) tot de
treurige overtuiging is gekomen, dat verscheidene manschap
pen als Alfoer te boek staan, die het werkelijk niet
zijn. Buitendien bestaat noch wel het gros uit Ternatanen
die dus geene Alfoerenmaar een vrij slecht product van
eene vermenging van allerlei rassen zijn en nooit een
goeden naam hebben bezetenzoo als ons trouwens de
Indische geschiedenis heeft geleerd.
Zoo heeft dan dit eenvoudige verzuim aanleiding gegeven
dat wij in stede van flinke en stevige menschen (en dit
vooral in den beginne der werving) een hoop akelige,
kleine, zwakke, ja soms mismaakte kereltjes gekregen
hebbendie uithoofde van hunne onbeschaafdheid en
onbevattelijkheid (waartoe hunne onbekendheid met de
Maleische taal zeer veel bijdraagt) van veel minder gehalte
zijn dan de kleine, maar vlugge Javaneniets dat
Er was o. m. zelfs een Alfoersclie rekruut, die eene stijve, cloor
den beet van een wild varken verscheurde hand had en naar zijn
land is moeten worden terug gezonden!
Voornamelijk is dit daaraan te wijten, dat er in den beginne
der werving niet in Tobello of Galelawaar de onverbasterde Alfoeren
wonen, werd geworven, maar op Ternate zelf, waardoor men dus, be
halve eenige werkelijke Alfoerendie zich wegens verzet tegen den Sultan
in de gevangenis bevonden, niets dan Ternataansch en ander vreemd
gespuis kreeg.