105 lijk zijn. Ook zal het wel aan een ieder duidelijk zijn, dat zulk een Alfoeruit zijn natuurstaat gerukt en binnen kor ten tijd in cone geheel andere omgeving en voor hein totaal vreemde maatschappij geplaatst, zich geheel over weldigd gevoelt en den eersten tijd om zoo te zeggen suf wordt. Buitengewone activiteit en gestadige surveillance van het kader, vooral in de chambrée, zijn dus noodig om den man in zijne hulpeloosheid zonder ophouden te recht te wijzen, hem het verkeerde, dat hij mocht doenduidelijk te makenhem te nopen zijne fouten te herstellenin 't kort hem voortdurend aan te houdentot dat hij zijne ver plichtingen als soldaat volkomen begrijpt en kent, die hij in ieder ander geval kan en zal trachten te ontduiken. Heeft men dit resultaat eens verkregendan is het moei lijke werk verricht, en de aan orde en tucht gewende oudere Alfoeren zullen hunne later in de gelederen ko mende landgenooten kunnen te recht wijzen en met een goed voorbeeld vóórgaanterwijl zij hen nu vaak op den verkeerden weg zullen brengen. Dat het grootste gedeelte der als Alfoeren bij ons te boek staande soldaten noch onzindelijk en slordig is, zal om boven gemelde redenen wel niemand meer kunnen verwonderente meer echter is het te waardeerendat zich sommigen reeds gunstig onderscheiden en zelfs reeds als oppassers fungeeren. Dat het voorkomen der Alfoeren over het algemeen niet voordeelig is, zal ook ieder begrijpen, die zich herinnert wat er gezegd is over den maat en het goed keuren van sommige, lichamelijk slecht gebouwde dan wel half-idiote menschenterwijl buiten en behalve dat allen in hun vaderland schier naakt rondioopendus niet Vooral onder de werkelijke Alfoeren zijn er verscheidenen met een flink voorkomenonder de Ternatanen echter slechts zeer weinigen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 110