EENE BIJDRAGE
VAN HET JAAR 1811.
VervolgZie aflevering No. 1).
(Met eene kaart.)
Inmiddels had de Britsche vloot, welke, zoo als vroeger
o-ezc'd, aan de Zuid-Westkust van Borneo zich verza-
melen moest, op de reize naar derwaarts door storm en
andere haverijen zeer veel geleden, welke schaden zoo
veel doenlijk vooraf behoorden hersteld te worden; en dit
was dan ook alleen de reden, dat zij niet op den dooi
Daendels voorzegden tijd bij Java aankomen konde. Dit
verwijl nu, gevoegd bij den kwaden mousson of regentijd,
weiken men ten onzent voorhanden had, was oorzaak, dat
men aan de komst des vijands niet alleen niet meer dacht,
maar, dat men zelfs den spot begon te drijven met de
gemaakte toebereidselen. De kommandeerende officier
der Genie ontving dientengevolge den- last, om niet alle
raagt onverwijld de afgebroken bruggen te herstellen, de
TOT DE
O