110 doorsnijdingen te vullen en de verhakkingen weder te doen wegnemen. Zijne Excellentie betrok deszelfs huis op Goenoeng Sa- hari (aan den weg van Jacatra gelegen) alwaar men zich dadelijk onledig hield met toebereidselen om den aanstaan den geboortedag des Keizers met allen luister te vieren. Zijne Excellentie voornemens zijnde, daarna een bezoek te brengen aan de Javasche vorsten (den Keizer te Soe- r a carta en den Sultan te Djocdjacartazoo werd de aangekomen voltigeur-kompagniebenevens eene overkom- pleete kompagnie Europeesche dragonders, beiden bestemd om Zijne Excellentie als lijfwacht te vergezellen, reeds bij voorbaat naar derwaarts op marsch gezonden. De Generaal Jawel en de chef van den Algemeenen staf namen nu ook hun verblijf te Weltevreden, terwijl een weinig later de armee aldaar en te Rijsioijk hare vorige kwartieren betrok; met uitzondering nogtans van de rij dende Artillerie, het 3e regiment Infanterie van linie en eenige garnizoons-Infanterie, welke binnen en in de nabij heid van liet retranchement gelegerd bleven. De troepen aldus uit elkander gelegd en weder geheel en al aan hen zeiven overgelaten, de komst des vjjands ter zijde gesteld, en eindelijk de vrolijke partijen op nieuw begonnen. Deze waren de redenen, dat bij sommige korp sen de ijver voor de oefening gedeeltelijk verflaauwde, welke nadeelige gevolgen men ontdekte toen het te laat was om dezelve met nadruk te kunnen herstellen. Bij eene dagorder benoemde Zijne Excellentie den Kolonel Alberty tot Brigadier (f) des Legers en Chef lan den Algemeenen staf en deed tevens nog eenige Zie over dit huis, VJecinChrétienBaud", geschetst door Mr. P. Mij er. 1878. (f) Een rang tusschen dien van Kolonel en Brigade-Generaal (Generaal Majoor) thans noch bij het Engelsche leger bestaande. N.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 115