113 bataillons Infanterie, vier stukken rijdende Artillerie en een gering detachement Dragonderslangs de wegen van Molenvliet en Jacatranaar de stad Bataviaten einde van daarop eenen afstand van omstreeks drie uren gaans op de bewegingen des vijands acht te kunnen geven! Het grootste gedeelte van de koffijsuikerpeper indigo en het zout benevens nog vele andere goede ren van waardewaarmede de pakhuizenzoo binnen als buiten de stadals overladen warenwerd door middel van vuur en zeewater zoo veel doenlijk on bruikbaar gemaaktterwijl de specerijen (mede voor eene bijna onnoembare waarde) reeds tijdens Zijne Excellentie Daendelsachter het retranchement bij Biclara-Tjinaop het buitenverblijf van Mevrouw de weduwe Momvan eene behoorlijke wacht voorzien, onder berusting van den Heer van Riemsdijk, in veiligheid geborgen waren. Zijne Excellentie Janssens begaf zich binnen de sterkte bij Meester-Cornells en deed aldaar grootendeels de armee vereenigen, terwijl aan de kompagnie Voltigeurs en de kompagnie Dragondersop weg naar de Javasche Hoven, order gezonden wierd, om met verdubbelde marschen te rug te komen. Intusschen verbeeldde men zichdat de vijand het niet eens scheen te zijn of kunnen wordenop welk punt de landing te ondernemen; de eene dacht, dat dit bij het Waterkasteel zoude plaats hebben, de andere dat de vloot tot dien einde naar Cheribon of Samarang zoude steve nen, enzoovoorts, tot dat men eindelijk het berigt ont ving dat de armee bij Tjilintjing (omstreeks vier uren van Batavia)eene der ongezondste streken van het strand, ontscheept wierd. De landing der vijandelijke troepenartillerie en paar den, geschiedde, hoewel zeer moeijelijk, met de meeste ordeen wel om redendat er van onze zijde niet het 8

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 118