120 lukkige oogenblik gebruik te maken. Het ontbrak den beiden opperbevelhebberen Jumel en von Lützow op dezen post aan genoegzame kundewaarom dan ook de alge- meene dispositie onregelmatig was. De troepen stonden op sommige punten als opeenge drongen, terwijl er op andere plaatsen gekeele gapingen waren. Men hield steeds de zelfde kompagniën in het vuurzonder dat zij vervangennoch door de reserve ondersteund wierdenwaardoor zij dan ook weldra door dooden en gewonden en door vermoeijenis in kracht af namen. En ofschoon dit niet de gewone orde van vech ten voor onze Inlanders washielden zij echter nog stand, toen op het onverwachts de linkervleugel eene achterwaart,- sche beweging maakte! De stukken, steeds bezig met een verwoestend blikkedoozenvuurgeraakten ongemerkt op hunne linkerflank ontbloot en een oogenblik daarna ge heel omvleugeld! De troepen in het midden en die van den regter vleugel, mede door de even gezegde beweging vreezende om afgesneden te wordenbegaven zich nu ook achterwaartsdoor welken aftogt zij de stukken met hunue kaissons en toebehooren (van welke Artillerie echter verreweg het gedeelte aan manschappen en paarden dood of gewond tegen den grond lag) in de handen des vijands achter lieten. De chef van den Al- gemeenen staf Albertyde verwarring ontwarendewilde nog eene laatste poging doen om, was het mogelijk, ten minste de Artillerie te reddenhij reed derhalve voor waarts zonder te kunnen vermoedendat een groot ge deelte der onzenmet hunne kommandanten aan het hoofdzich over de slokkan in veiligheid begaven had den, en stiet onmiddelijk op de vijandelijke Jagers, zon der hen te herkennendeze onthaalden hem dadelijk op een pelotonsvuur en bragten hem vier a vijf wonden toe. (Men zie overigens onder de bijlagen de kopij van het rapport,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 125