128 schoon nu onze redoutes, zooals vroeger omschreven, in geenen voordeeligen staat, en zich als overladen met ge schut, bevonden, waren zij echter nog voor geringe ver beteringen vatbaarmen maakte van de gelegenheid gebruikdit ter kennisse van Zijne Excellentie te brengen die dan mede inzag, dat bij een aanhoudend vuur, het bijna ondoenlijk zoude wezenom de manschappen der Artillerie (meerendeels uit Javanen bestaande) zonder een verslindend verlies bij hunne stukken te kunnen doen verblijvenwaarom er dan ook dadelijk order werd ge geven, zoo veel mogelijk in de gebreken te voorzien. Men stelde een groot gedeelte der manschappen aan het werk om leger-takkebossen (fascines) te vervaardigen, in welken tusschentijd men met allen spoed een groot deel ledige rijstzakken uit den voorraad van Tandjong (Oost) aanbragt, deze met aarde gevuld benevens de fascines gebruikt wierden, om de borstweringen der redoutes No. 1, No. 2 en No. 3 te verhoogen, en welke arbeid zoo voor spoedig ten einde liep datden morgen daaraanvolgende, de meeste vuurmonden met goede schietgaten gesteld en de artilleristen, daarbij benoodigd, volkomen gedekt waren. Wordt vervolgd.) Een groot landgoed met kasteel, nabij den grooten weg van Batavia naar Buitenzorgvroeger aan den oud-gonverneur-generaal Van Riemsdijk en zijne afstammelingen toebehoord hebbende. N.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 133