CE GENIEWERKEN IN ATJEB.
In de October- en Xo veraber-nommers van den jaargang
1878 van het „Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië" komt
een opstel voor over „de agressieve politiek te Atjeh",
waarin de schrijver met kracht opkomt tegen de voort
zetting van die politiek.
Eerst dezer dagen werd onze aandacht op dat opstel
gevestigd; dientengevolge zijn wij ook thans pas in de
gelegenheid, daaromtrent het een en ander in het mid
den te brengen. Dit schijnt ons te meer noodig, nu
het alle blijken draagt van geschreven te zijn door iemand,
die in de gelegenheid is geweestkennis te nemen van
veel wat aan het groote publiek niet bekend isdie
9
Dit stuk werd geschreven met cle bestemming om aan de Redactie
van het Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië ter plaatsing te worden aan
geboden. Met het oog op de omstandigheid, dat dit Tijdschrift in
Indië betrekkelijk weinig lezers telt en het niet overbodig mag geacht
worden dat ook hier, en in het bijzonder bij het Indische leger, eene
billijke waardeering plaats vinde van hetgeen door de militaire genie in
Atjeh werd tot stand gebracht, heeft de Redacteur van het Indisch
Militair Tijdschrift den wensch geuit, ons opstel ook in zijn maand
werk op te nemen. Gaarne hebben wij aan dien wensch gehoor gegeven
de plaatsing in het Tijdschrift voor Nederlandscli-Indië wordt daardoor
o. i. niet onnut, daar zij het werk der genie in Atjeh tegenover de
Nederlandsche lezers op het juiste standpunt zal kunnen stellen.
De Schrijver.