8 warmte binnen de kazernen en nadeelig aan de goede luchtverversching en de toetreding van voldoende licht; hare ruimte is echter noodzakelijk voor de dienst en de praktische bewoonbaarheid van het gebouw, maar moet dan tevens onder alle omstandigheden (zooals wind, regen en zonneschijn) bruikbaar zijn, hetgeen zij bij de bestaan de kazernen niet is. Op grond van dit beginsel zijn de galerijen bij de nieu we kazernetypes opgeheven en vervangen door ruime dak overstekken, langs de hoofdzakelijk tot slaapzalen terug ge brachte chambrées, en door een afzonderlijk dagverblijf in het midden van het gebouw. Deze dagverblijven verkrijgen een oppervlak van 250 a 300 M2 d. i. dus circa 2 M2 per man, zoodat ze onge twijfeld in alle opzichten voldoende ruimte aanbieden. Men kan ze voorts geheel in overeenstemming brengen met de eischen der hygiene, omdat zij, zonder eenig nadeel voor de slaapvertrekken, lucht en licht ontvangen, tegen de heerschende winden kunnen worden beschut, doch ove rigens nagenoeg geheel open kunnen blijven. Hunne breed te8 tot 10 Mmaakt het van ondergeschikt belang of de regen soms wat inslaat op die gedeelten, welke niet door de chambréemuren worden begrensd. De dagverblijven zijn in het belang van de dienst, om dat zij door hunne centrale ligging goede gelegenheid aan bieden voor eene doelmatige plaatsing van bureaux en magazijnen, den slotte bieden deze lokalen ook uit een bouwkunstig oogpunt een voordeel aan, dat niet over het hoofd gezien mag worden: ze brengen namelijk verband tusschen en geven steun aan de verschillende deelen dei- kazernen onderling, en vermeerderen alzoo de in een aan aardbevingen onderhevig land zoo noodige soliditeit van het geheel. De galerijen zijn dus door deze dagverblijven als zoo-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 13