148 onuitstaanbaar warm kan zijneen groot voordeel is. Wij moeten hierbij ten slotte nog opmerken, dat de genie, om de kosten der bouwwerken niet duurder te doen zijn dan onvermijdelijk waszooveel doenlijk heeft vermeden om de dure materialen met duur werkvolk te doen verwerken. In de eerste vier jaren onzer vestiging in Atjeh zijn nagenoeg alle houtwerken geconfectioneerd van JavaPadang of de Straits Settlements gezonden zoodat in Aijeh alleen de opstelling overbleef. Eerst in 1878, toen het aantal geschikte vrije Chineesche timmer lieden in Atjeh zoozeer was toegenomen, dat hun dag loon tot 2.(zonder meer) gedaald en dus weinig hooger dan op Java was, is men er toe overgegaanom de houten gebouwen in Atjeh zelf te doen aanmaken, en werd daartoe een voorraad teakhout rechtstreeks van Moulmein degroote stapelplaats van dit artikel in Achter- Indië aangevoerdongeveer tegen denzelfden prijs, waar op het djatihout te Batavia te staan komt. De „particuliere industrie", waarvan het civiel bestuur een paar jaar geleden zoo hooge verwachting had, be- teekent in Atjeh nog zeer weinigzij is zooals trouwens in eene geheel nieuwe nederzetting wel niet te verwon deren is nog een hoogst feeder plantje. Het troepen kampement te Olehleh zou door den aannemer binnen één jaar worden opgeleverd; de opleveringstermijn is tot dusverre reeds met een jaar verlengd. In hoofdzaak zijn de aannemers in Atjeh niet anders dan onze tusschen- personen voor het gebruik van de werkkrachtenwelke daar toevallig beschikbaar of er gemakkelijk te brengen zijn. Meer moet men, in de nog zoo geheel in wording zijnde maatschappij in Atjeh, niet van hen verwachten; het is eene hersenschim, wanneer men wil dat de „par ticuliere industrie" nu reeds een belangrijken invloed op de wijze van uitvoering van 's lands werken zou hebben

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 153