BOHEL'S INDISCHE BRIGADE. m I)E INDISCHE VELD- EN BERG-ARTILLERIE De schrijvers van de anonyme stukken, voorkomen de in No. 9 van den Militairen Spectator en No. 10 van het Indisch Militair Tijdschrift, jaargang 1878, welke opstellen ten doel hadden, de gronden te weerleggen, waarop de kapitein der artillerie Borel in No. 7 van den Militairen Spectator van 1878 de wenschelijkheid beweert, om aan eene in Nederland georganiseerde Indische brigade de beëindiging van den Atjehschen oorlog op te dragen, heb ben daarmede eene dienst bewezen aan de Indische offi cieren. Ik geloof wel te mogen zeggen, dat dit artikel van den heer Borel op de meeste officieren een minder gun- stigen indruk gemaakt heeft. Daarom was eene bestrijding welkom, waardoor met kennis van zaken, op degelijke gronden en bezadigden toon, de meeste beweringen van B. volk-omen worden weerlegd. Ik zou dus in herhaling vallen, door nogmaals een plei dooi te leveren tegen de Indische brigade van kapitein Borel STAAR AANLEIDING VAN (f) Zie: „Een vaderlandsch belang". M. S. jaargang 1878. Zie: „Nog iets over „Een vaderlandsch belang."" M. S. en „Do toestanden te Atjch". I. M. T.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 156