- 164 Als gevolg van deze voorstellen zijn thans twee bekwame met verlof in Nederland aanwezige Indische artillerieoffi cieren door den Minister van Koloniën naar Essen in kom missie gezondenmet de opdracht, om volgens de boveii aangegeven beginselen te assisteeren bij de vervaardiging en beproeving van 6 compleete veld- en 6 berg-kanonnen van 7cm, 5, gemonteerd op stalen affuiten. Deze twee batterijen zullen zoo spoedig doenlijk worden uitgezonden, en de Indische artillerie heeft ditmaal alle reden, den Minister dankbaar te zijn, die met zooveel voortvarendheid aan de voorstellen uit Indië heeft gevolg- gegeven. Nu bestaat er toch alle kans, dat over korten tijd onze geheele artillerie voorzien zal zijn van stalen achterlaad- geschut. Hoe nu een als kundig genoemd artillerieofficier, zooals kapitein Borelin overweging kan geven, om de Holland- sche bi onzen veldkanonnen tot Indische bergkanonnen te transformeeren, blijft mij echter een raadsel. B. heeft zijn Indische brigade" met overijling geschre ven, waardoor dit artikel meer den indruk maakt van eene improvisatie in een debating club dan van eene stu die in den overigens zoo door degelijkheid uitmuntenden Militairen Spectator. Heeft hij er bijv. aan gedacht, dat de granaat van dat kanon 5,84 en de granaatkartets 6,75 kilo weegt? Zou het wenschelijk zijn, op die wijze de Indische mu- nitiepaarden te belasten? Heeft hij berekend, dat bij zulk een bergkanonwil men de levendigheid der affuiten niet grooter maken dan tegenwoordig, de granaat 175 M. snelheid zou kunnen krijgen? Wat blijft er dan van de uitwerking over? Ik hoop met het vorenstaande te hebben aangetoond, O O 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 169