176 veredelenhoofdzaak is, dat de krijgstucht gehandhaafd moet worden, humaanmaar strengzóó, dat er ontzag is, des noods vreesja, vrees bij een elementdat niet uit goede onschuldige landskinderen, maar vaak uit (de rest is bekend) bestaat. Er is - een groot onderscheid in dat element bij liet Nederlandsche of bij het Indische leger. De vraag is dus geoorloofd of de strafdetaehementen zoo als door sommigen wordt beweerd om die redend. i. ju het belang der krijgstucht als de eenige nog ontzag inboezemende disciplinaire straf, ik meen administratieve maat regel, zelfs bij de geringe resultaten die zij opleveren, toch niet opgeheven kunnen wordennu de straf van rietslagen bij de korpsen is afgeschaft. En de voorstanders van het behoud der strafdetaehementen wijzen dan gewoonlijk op een voortwoekerend kwaaddat gedurende de laatste jaren bij het Indische leger is ingeslopennamelijk de reeds genoemde dienst weigeringen. Wel is waar wordt volgens het IVe hoofdstuk, artikel 28, van liet Belgisch militair wetboekonwil in dienst in vredestijd bij het Belgische leger gestraft met 1 tot en met 5 jaren inlijving bij qene straf/compagniemaar hoe is de inrichting van zoodanige kompagnie? Hoe zijn de bekende Fransche compagnies de discipline (b. v. die in Al ger ie) samengesteld? Om naar modellen bij vreemde legers te verwijzen, moet men die modellen en de toestanden in die legers eerst grondig bestudeeren en met onze toestandendie er soms hemelsbreed van verschillenvergelijken. Niet altijd wordt dit in het oog gehouden. De kwestie der dienstweigeringen aan te knoopen bij die van het behoud der strafdetaehementen toont onbekendheid met de kennis der oorzaken van het eerstgenoemde euvel aan. Die kennis berust, behalve op eene bekendheid met onze ver schillende militaire strafbepalingenop eene rijke praktische ervaring omtrent het innerlijk leven, het zieleleven, van den soldaat in het Indische leger. Die ervaring is niet het deel van ieder officier, die, zelfs gedurende geruimen tijd, bij den troep heeft gediendwant 't is niet iedereen gegeven waar te nemen goed waar te nemen en daaruit de gevolgen te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 181