177 trekken, kortom psychologische studiën van den soldaat te maken. En de kwestie der dienstweigeringen is eene rijke bron voor psychologische studie. "Wie haarvoor dit gevalgoed ten einde heeft gebrachtzal tot de slotsom moeten komendat welke preventieve of repressieve maatregelen genomen worden om het onrustbarend vermeerderende aantal dienstweigerin gen tot een uiterst minimum te herleiden, eene plaatsing- bij de strafdetachementen als middel daartoe ten eenenmale ontraden moet worden. Maar wat dan? Ik spreek niet over dienstweigeringen, maar over de strafdetachementen. Moeten deze behouden blijven of opgeheven worden? Wat kan of moet daarvoor in de plaats komen? Wat zou daar door desnoods in aard, inrichting en doel, veranderd moeten worden Welk een prachtig onderwerp ter uitwerking voor gezon de oogen en hoofden, tot heil van het Leger en in het be lang van den Staat Aanteelceningen op de laatste uitgave der Handleiding ten gebruilce bij de uitoefening der militaire rechtspleging door Mr. W. E. Van der Hout en H. J. Prins. Schrijver dezer aanteekeningen is auditeur-militair. Hij weet bij ondervinding, dat niet alle officieren van ons leger m het bezit zijn van bovengenoemde handleiding, waarvan in 1870 de tweede druk verscheen (Batavia, Van Dorp Co.) en waarin alle op het Indisch militair recht betrekking hebbende gouvernements-besluitenalgemeene orders circulairesstaats- en bijbladen, enz., tot 1869 zijn opgenomen. Vele daarvan zijn in de laatste negen jaren gewijzigd of ingetrokken; an dere bepalingen werden in het leven geroepen. Die bepalingen zijn echter zóó verspreid, dat het opslaan, ja zelfs het vinden daarvanvoor den troepenofficier die zeker het meest, die bepalingen moet raadplegen aan vele bezwaren verbonden is. Zelfs van het gros der officieren, die in het bezit van die handleiding zijnkanvooral onder de tegenwoordige om- hl

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 182