179 Deze samenstelling geschiedt zoodanig, dat hierin jaarlijks eene gedeeltelijke afwisseling plaats grijpe, zoodat ieder lid op zijne beurt de dienst in alle kamers waarneemt. Geen raadsheer behoefttegen zijn willanger dan twee achtereenvolgende jaren bij de zelfde kamer te blijven. De eerste samenstelling der kamer op gemelde wijze geschiedt bij gelegenheid der eerstvolgende vacantie. Bij afwezigheidbelet of ontstentenis van een dier raads leden wordt zijne dienst tijdelijk opgedragen aan een an deren raadsheer van het li. G. door den president daarvan. Artikel 55. „Indisch Weekblad van het Hecht" dd. 8 Augustus 1863, No. 6. Bij sententie definitief dd. 6 Februari en 12 Juni 1863 is bepaald, dat de cliambrée eener kazerne en bij sententie definitief dd. 24 Juli 1863dat de sociëteit geene openbare plaatsen zijn, zoodat beleedigende woorden of ten lastelegging eener misdaaddaar geuitniet uitmaken het misdrijf van hoon en laster. Artikel 62. A. O. 1872, No. 99. Met wijziging in zoo verre van de artikelen 62 en volgende van de P. I. voor het II. M. G. van N. I. van 1819, (Staatsblad No. 21) wordt bepaald art. 1. De sententien, door het H. M. G. in appèl gewe zen, worden ten uitvoer gelegdindien de executie moet ge schieden ter plaatse waar het vonnis ter eerste instantie is gewezen, met inachtneming der voorschriften van artikel 217 R. L. Indien de executie elders moet geschieden, gebeurt zulks teu overstaan van twee officieren-commissarissen daartoe door den plaatselijk-militairen kommandant te benoemenbijge staan door den auditeur-militair van het militair arrondisse ment of district. De artikelen 210 en 211 R. L. worden bij de tenuitvoer legging der voormelde sententie door officieren-commissaris sen en den auditeur militair nageleefd. Artikel 86. A. O. 1874, No. 44. Voortaan zullen door 's Hofs Griffier van de sententiën, gewezen tegen te Batavia

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 184