184 glement op de strafvordering (Staatsblad 1847, No 10) tot leiddraad behoort te strekkenen de strafvordering of het onderzoek dus slechts door een krijgsraad mag worden geschorst. (A. O. 1873, No 105). Artikel 29. A. O. 1872, No 137. Officieren, die in rech ten vervolgd worden en zich op vrije voeten of in eenvoudig arrest bevindenblijven hunne gewone dienst verrichten. Ter weg neming van den bij sommige autoriteiten ter zake bestaanden twijfel, wordt medegedeelddat wanneer officierendie in rechten vervolgd worden of zich met eene reclame tot den krijgsraad gewenddan wel zich voor het H. M. G. ter pur ge gesteld hebben zich op vrije voeten of in eenvoudig arrest bevinden, zij hunne gewone dienst blijven verrichten, tenzij de plaatselijke kommandant dan wel hooger geplaatste chefs vermeenen, het tegendeel te moeten gelasten, uithoofde van overwegingen, rakende den goeden geest, de krijgstucht, dan wel bijzondere omstandigheden van de zaak.— De dienst moet evenwel zoodanig worden geregeld, dat bedoelde officieren ten allen tijde beschikbaar zijn voor de justitiede officieren- commissarissen den krijgsraadhet H. M, G. of den bur gerlijken rechter, en zij dus niet kunnen worden geroepen tot diensten, die hen uit het garnizoen, waar zij zich bevin den, zouden verwijderen. A. O. 1867, No, 18. De korpskommandanten zijn ge machtigd de sergeanten-majoorde opperwachtmeesters en fouriers, die naar den krijgsraad worden verwezen, definitief over te geven aan het subsistentenkader ter plaatse, waar die krijgsraad resideert, en gevolgelijk om hen dadelijk te doen vervangen. A. O. 1875, No 32. Op grond van de ter zake door het H. M. G. genomen beslissing, moet de reclamant, die overeenkomstig art. 1 van het Koninklijk besluit dd. 2 No vember 1873, No 26 (A. O. 1875, No 10) verzoekt, dat zijne zaak door den krijgsraad worde onderzocht, bij dat verzoek het schriftelijk bewijs overleggen, dat hij met zijne reclame door den chef van den arrest-of strafoplegger is af gewezen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 189