EENE BIJDRAGE Y AN HE T JAAR 1811 VervolgZie de afleveringen N"s 1 en 2.) In den avond van den 20™ belegde Zijne Excellentie aan Deszelfs hoofdkwartier den welgemelden militairen raadwaarin de Koloneldirecteur der Artillerie en de Majoordirecteur der Genie zitting hadden, terwijl de kommandanten der onderscheidene korpsen weder uitge sloten bleven! De schrijver, mede verstoken van de zit ting in den Raadniet dan duistere opgaven hebbende kunnen bekomen aangaande deszelfs overwegingen, uitge zonderd het uitgebragte advies van den Brigadier Jauf- frethetwelk hier achter bij de bijlagen gevoegdzooda nig als hetzelve door hem geteekend in handen van den schrijver berustende iskan niet opgevenwien het te wijten zijdat er geene betere en ruimere maatregelen genomen warenom zoo veel te meerdaar hijeenige oogenblikken voor de vergaderingde eer hadZijne Excellentie te zien, en als toen nogmaals van Denzelve vernamdat menden volgenden vroegen morgenden vijand in zijn werk aanvallen zoude. De zitting van den Raad ten einde zijndeontwaarde men gedeeltelijkdat TOT DE Majoor was toen een rang*, hooger dan die van Luitenant Kolonel. N.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 210