210 geheel niet gekommandeerd geweest) de Jagers door mid del hunner laadstokken nog getracht haddeneen gedeel te van het vijandelijke geschut onbruikbaar te makenen- zoovoorts. indien men nu alle deze omstandigheden overweegt en voegt hij de overige berigten, die men op onderscheidene wijzen vooraf van den toestand des vijands hebben konde, dan toch zullen zij toereikende wezen, om een iegelijk te overtuigen, dat, ingeval men op dezen morgen eenen kracht- dadigen en wel gedirigeerden uitval gedaan had, alsdan ze ker de omstandigheden der kolonie eene geheel andere gedaante verkregen zouden hebben. Immers was men hij- na verzekerd, den vijand te zullen verrassen, en de mid delen waren voorhanden, om zulks op de volgende wijze te doen: Het eerste regiment Infanterie van linie, een bataillon Jagers, de helft der rijdende Artillerie en het halve regiment Dragonders konden over de rivier bij kam pong MaJaijoe gaan, op Tanah-ahawj marscheeren, den vijandelijken post aldaar met spoed verdrijven, Rijswijk be zetten en tegelijk dien op Weltevreden in den rug aantasten. Het tweede en het derde regiment Infanterie van linie, het andere bataillon Jagers, de andere helft der rijdende Artillerie en het tweede- gedeelte van het regiment Dra gonders moesten langs de rivier, zoo mede bij de slokkan en uit het voorfront, met de Europeesche Yoltigeur-kom- pagnie aan het hoofdden gerust liggenden vijand in het midden en op beide de vleugels met geweld aanvallen, denzelve op zijne reserve werpen, en daarna gezamentlijk met deze naar Weltevreden dringen. De garnizoens-Infan terie en de Artillerie te voet konden almede in het vijan delijke werk rukkenhetzelve omverwerpen en tegelijk het opgelegde geschut wegvoeren, wachtende tevens, om met de munitie en het overige naar omstandigheden te handelen. De vijand, op deze wijze aangevallen, van zijne werken 0

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 215