en van een gedeelte zijns geschuts verwijderd en ontbloot, op Weltevreden tusschen twee vuren gebragt en afgesne den van den weg over Molenvlietzoude niet dan met veel verlies een gedeelte zijner troepen langs den weg van Jacatm hebben kunnen redden, welke echter dadelijk konden worden achtervolgd, terwijl de eerste onzer ko- lonnes zich gedeeltelijk langs den weg van Molenvliet nabij de stad Bataviakoude begeven, om in verband met de overige kolonnes, die den vijand over den weg naar Jacatra op de hielen moesten volgende gezament- lijke vlugtende bende, met de 1,-rie in den rug, naar hunne schepen uitgeleide te doen. Het ergste nu genomen en gesteld, dat het den vijand bij zoodanigen aanval gelukt ware, zich te herstellen, de onzen op hunne beurt tot staanja zelfs tot wijken te brengen, dan toch had men een gedeelte van zijn geschut genomen, het overige benevens de munitie, welke men niet mede nemen konde, zoo ook het werk der batterijen, onbruikbaar gemaakt, en bij de nog andere toegebragte verliezen, konde men zich steeds weder binnen het re- tranchement begeven. Men had daarenboven den vijand gedwongen, om, ingeval hij andermaal de positie aantas ten wilde, daartoe nieuwe middelen van zijne schepen te moeten brengen; en eindelijk, men was volgens den regel te werk gegaan en van alle verdenkingen bevrijd gebleven. Zijne Excellentie, de ongunstige uitkomst van het in den Raad beraamde plan gezien, en de rapporten der kompagnies-kommandantendie den uitval gedaan hadden, gehoord hebbende, konde voorzeker geene reden hebben, 0111 over zijne Raadsheeren tevreden te zijn, waarom hij dan ook openlijk deswege (en in het bijzonder aan den Generaal Jnmelzijne verontwaardiging te kennen gaf. Intusschen waren de omstandigheden nu eenmaal zoodanig en maar zeer moeijelijk om te herstellen. De vijandelijke

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 216