220
Artillerie en de Kavallerie in hot achterfrontgeene order
ontvangende, zond de kommandant der eerste den adjudant-
majoor voorwaarts, ten einde die of bij Zijne Excellentie
of bij den Generaal Jumel te gaan vragen. Intusschen
met do stukken voortrukkende, kwam eindelijk de verwachte
last, om toch met den meesten spoed voorwaarts te komen.
Inmiddels dat de vuurmonden in batterij gesteld wierden
maakte de vijandelijke Infanterie op ons een aanhoudend
vuur, waardoor onderscheidene officieren en manschappen,
zoomede een aantal paarden gedood en gewond wierden;
dan, de beweging uitgevoerd zijnde, zoo werd de linker
vleugel en het midden des vijands (onder Gillespie) met
een hevig blikkedozen vuur beschotenhetwelk den
gezegden vleugel belette, 0111 zich verder uit te kunnen
breidenen het midden afwisselendetot achterwaartsche
bewegingen noodzaakte. Bij de Infanterie der reserve
stonden de zaken zoo voordeelig nietde Kolonel van het
2e regiment, aan het hoofd der zijnen, ligt gewond,
wierd in het bevel door den Majoor vervangendan deze
konde met geene mogelijkheid de kolonne tot eene ont
wikkeling brengenen noch de beste wil van de kom
mandanten der bataillons, noch zelfs het bijzijn van Zijne Ex
cellentie met den Generaal Jumel en den Chef van den
Algemeenen staf, noch de Brigadier vou Liitzowdie de
reserve kommandeerdewas in staat0111 uit dezen hoop
verwarde blanke en zwarte menschen het geringste vuur
tegen den vijand te verkrijgen. Het bataillon Infanterie
van linie van het 3e regiment kwam zich eensklaps achter
de rijdende Artillerie stellen en begon aldaar tusschen
de openingen den vijand te beschieten; doch dit vuur
wierd zoodanig slecht gedirigeerd, dat het grootste gedeelte
Waar van rijdende artillerie sprake is, moet men niet anders
dan aan ye/cZ-artillerie denken.
N.