221 er van onze eigene artilleristen trof en onderscheidene paarden en manschappen doodde of wondde. Middelerwijl dit alles aan de slokkan voorvielwas de tweede vijandelijke kolonne het voorfront genaderd; de Infanterie der onzenaldaar geposteerddeed in de groot ste wanorde eenige schotenwierp daarna meest hare wapenen weg en liet zich gezamentlijk gevangen nemen. De redoute N° 1 bood maar eenen geringen wederstand, welke de vijand met den regter vleugel binnen trok; in het midden nam hij bezit van de nieuwe batterij en bragt den regter vleugel naar de redoute N° 2; het was met dezen vleugel en met een gedeelte van den regter der kolonne onder den Kolonel Gillespie, dat de laatstgenoemde redoute aangevallen wierd; de bezetting verdedigde zich zoogoed mogelijk, doch was niet bestand tegen zulk een e overmagt; de vijandelijke Infanterie rukte van alle zijden met de bajonet al reeds binnen het werk, wanneer op het zelfde oogenblik de redoute met hare bezetting, de aanvallers, en alles wat zich aldaar in de nabijheid bevond, in de lucht opging! Men heeft wegens het opvliegen dezer redoute onder scheidene oorzaken aangegeven; eenigen willen, dat het vuur door het geweer van de eene of andere zijde ont staan is; een van de voorname hoofdofficieren eigende zich toe, om op het oogenblik, dat de vijand langs alle zijden binnen drong, alstoen eene brandende lont op het pulver in het magazijntje te hebben geworpen en daarna over de borstwering in de gracht gesprongen te zijn en alzoo doende den dood ontkomen isHet eerste .aange- gevene kan waar wezen, alzoo daartoe de mogelijkheid Hier kan op niemand anders worden gedoeld dan op den Brigadier Jauffret of den Majoor der Genie Muller. Zie het opstel over de ver dediging van Java in liet „Militair Tijdschrift" van 1870. N.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 226