223 dat liet geheele kamp ondermijnd was, voor eenen gerui- men tijd als besluiteloos staan bleven. Aan do zijde der rivier, bjj kampong Malaijoekonde de vijand met geene mogelijkheid zijn voornemen bereiken; de onzenaldaar waakzamer dan bij de redoute N° 3 ontwaarden denzelven weldra; zij trokken zich terug, staken de brug in den brand, en onthaalden alle dezulkenwelke zich vertoondenop een hevig en wel gedirigeerd kanon- en geweervuur. Nu nog eenmaal deed zich de gelegenheid voor, om den vijand eenen gevoeligen slag toe te brengeneen be hendig Generaal zoude immer dadelijk van de verslagen heid onder de vijandelijke troepen hebben weten gebruik te maken; om zoo veel te meer, daar de middelen nog aanhauden waren. De vijandvan zijne zijde verzuimd hebbendein den beginne van den aanval de positie om te trekkenzoo konde door de onzen bij de rivier de ge zegde brug vroegtijdiger in de vlam ontstoken worden wanneer de garnizoens-regimenten met de Artillerie op de batterijen toereikende geweest zouden zijnom de zulken, welke bjj het achterfront enzoovoorts aanvallen wildenvoor eenen geruimen tijd staande te houdenmen konde dus van daar onmiddelijk doen voorwaarts rukken de twee bataillons van het 1° regiment Infanterie van linie en een bataillon Jagersdezen troepen, in geslotene kolonne, met de Europeesche kompagnie Yoltigeurs aan het hoofd, ondersteund door een gedeelte van het regi ment Dragonders en door eenen goeden hoofdofficier tegen de vijandelijke troepen bij de slokkan aangebragt, zoude het waarschijnlijk gelukt zijn, dezelven van daar weder met verlies over de brug te drijven. Er bleef nu nog overig het andere bataillon Jagersdit, gevoegd bij het bataillon Infanterie van liet 2" regiment, aan de rivier gesteld, konde cene tweede kolonne van aanval uitmaken;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 228