224 deze, alsdan versterkt door de rijdende Artillerie en liet overige gedeelte van de Kavallerieware toereikende ge weest om den marseh des vijands vooreerst in liet voor front op te houdenwaarna het dan al verder gelukt zoude zijn, de kolonne Infanterie der reserve uit hare schandelijke wanorde te redden en tot haren pligt terug- te brengenwanneer daarna de magt overvloedig was gewordenom den vijand verder ten eenenmale uit het voorfront te verjagen. Zonder in de voordeelen verder te willen uitbreidenaangenomeneen ieder ware na het gevecht in het bezit van zijne overige positie gebleven dan toch had men aan onze zijde het voordeelden vijand met een aanmerkelijk verlies te hebben afgeslagenen in geval men daarna óórdeelde, dat de positie, uithoofde van het gemis der redoutes Nos 2 en 3 niet meer te behouden wasdan immers konde men met voorzigtigheid in de bovenlanden of zelfs bij Buitenzorg eene andere positie gaan nemenen de zaak van de minst voordee- lige wijzevoor sommigenbeschouwddan toch had men, bij een verdrag, tegen Lord Minto met nadruk een har telijk woordje kunnen sprekenzoo ten opzigte van onze armee als betrekkelijk het lot des eilands met deszelfs onderscheidene bewonersdoch men scheen geene kapitu- latie hoegenaamd te begeeren. Evenzoomin verkoos men zich te reddendoor den vijand te vernielentoen men nog daartoe op onderscheidene wijzen de middelen in handen haden eindelijkals zich voor de laatste maal dezelfde gelegenheid opdeedzag men haar uithoofde van onkunde ten eenenmale over het hoofd. De vijandeindelijk van zijne verslagenheid bekomen en ziendedat de verwarring aan onze zijde bleef voort duren rukte met de troepen uit het voorfront naar het midden der sterktedie bij de slokkan maakten met den regter vleugel en met het midden eene schuins linksche

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 229