242 ondergeschiktheid vooral bij groote expeditiën zoo dringend noodig, veel kwaad doet. Maar behalve dit, hebben de werken van den Heer Yan Hees in Indië aanleiding gegeven om elkanders han delingen te leeren bewonderen. En juist die verheerlijking doet ongegronde critiek ontstaan over bevelhebbers, tijdens deze nog op het terrein des oorlogs zijnen maakt elke verbetering of verandering in het Indische legerorganismo onmogelijkvooral wanneer zij gepaard gaat met het smeden van epitheta als stormkamtein (Yan Houten), vechtmajoor (Romswinckel)kolonel-madjoe (De Eoij van Zuydewijn) en andere. Even als veel van hetgeen in des Heeren Van Rees' werk Toontje Poland voorkomtdoen zulke eeretitelszoowel in Indië als in Nederland, meer kwaad dan goed. Zij dwingen slechts bewondering af van het vulgus profanum. De werken van Yan Rees, welke Indische krijgshandelingen beschrijven, hebben ze ker weinig meer nut gesticht dan de oppervlakkige en onjuiste beschrijving van den Fransch-Duitschen oorlog- door Rüstow. Zou men kunnen aanvoeren, dat de Heer Yan Rees door zijne vele schrifturen in eene leemte heeft voorzien? Naar mijne meening volstrekt niet. Waren toch zijne geschiedkundige verhalen en bijdragen en zijne verhan delingen in tijdschriften en brochures niet uitgegeven, dan zou men wellicht eene moeilijk gerechtvaardigde,bewondering niet geveinsd hebben en eene grondige studie der Indische krijgsgeschiedenis door velen niet miskend zijn. Daardoor toch is de tactiek dikwerf veroordeeld tot een vak, dat een ieder kent, wanneer hij slechts gezond verstand bezit en naar „terrein en omstandigheden" handelt, hetgeen hare beoefening door velen doet verwaarloosd®, terwijl het slao-en der strategische handelingen meer aan geluk is toegeschreven, waardoor de troepenaanvoering en de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 247