scherp in critische beschouwingen, maar wordt niet ridicule door dezelfde geschiedenis telkens en op meer grievende wijze voor te dragenzoek geene spijkers op laag water en blijf waardig in den felsten strijd tegenover een reeds door aanhoudende aanvallen genoeg af'gematteu vijanddie beschouwd kan worden als geslagen te zijn en wiens denkbeelden, door hetgeen later is gebeurd, zoo goed als verworpen worden. Yrij algemeen toch wordt Yan Swieten's regeling van 2 Februari 1874 en door de Indische regeering en door het Indische leger als onuitvoer baar beschouwd en de toestand, waarin hij kolonel Pel in Atjeh achterlietafgekeurd. Een onhandige vriend van den Generaal Van Swieteri, de schrijver van de zoo even genoem de brochure over de agressieve politiek, heeft reeds duidelijk laten ziendat de voor het grootste gedeelte verloren strijd wel wordt volgehoudenmaar dat dit alleen kan geschieden door scherp en onbillijk te zijn, vooral tegen erkende tegenstanders. Dit is voorzeker at te keuren, maar het geeft den tegenstanders van de regeling van 2 Februari 1874 geenszins het rechtden persoon van den ge wezen opperbevelhebber der 2C Atjehsche expeditie te vergui zen zelfs al ware het volkomen bewezendat men thans op den rechten weg is om Atjeh aan onzen wil te onderwerpen. Ik vind het onedel, telkens terug te komen op de door Gene raal Yan Swieten gesproken woorden bij zijn vertrek naar Ja va: „Mijne Hoeren! ik beschouw den oorlog als geëindigd. Dit levert voor mij het bewijsdat de Heer Van Rees uitgeput raakt door den strijd, en nu slechts alles aan vat wat bij eene oppervlakkige lezing den Generaal Yan Swieten door de massa van het publiek kan doen ver ongelijken. Het lust mij nietden Heer Yan Rees te volgen bij zijne openlijke of bedekte aanvallen op den Generaal an Swie ten, hoewel het grootste gedeelte van zijn „onpartijdig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 252