256 Rees afgekeurd. De wijze, waarop de eerste voorstelt, den oorlog voort te zettennoemt de tweede veel te al gemeen, veel te onzeker om voor de werkelijke oorlogs voering eenig nut te hebben. Hij vindtdat in het werk de Artillerist te veel op den voorgrond treedt; dat kapitein Borel in herhalingen en overdrijvingen vervalt details aangeeft, die gespaard hadden kunnen worden (dat zegt.de Heer Yan Rees zelf); oordeelvellingen doet, welke tot redeneeringen après coup belmoren en met degelijke critiek niets te maken hebben. Maar onmiddelijk na die afkeuringen raadt de Heer Yan Rees een ieder de lezing van het boek aan en eindigt zijn oordeel daarover aldus. „Door het in 't licht geven van dezen arbeid heeft de schrijver een hoogst verdienstelijk werk verricht, dat eer doet, zoowel aan de helderheid van zijn oordeel als aan de onafhankelijkheid van zijn karakter, en dat hem den dank doet verdienen van allen, wien het welzijn van het vaderland ter harte gaat." Ernst of kortswijl, zou men geneigd zijn, te vragen. Wat kan den Heer Yan Rees hebben genoopt, zoodanige slotbeschouwing op het onmid delijk voorgaande te laten volgen? Haar het mij voorkomt heeft hij in kapitein Borel een volgeling of medestrijder voor zijne in brochures en courantenartikelen geuite denk beelden over het beleid van den Generaal Yan Swieten gevonden. En ik laat het daarom aan het onpartijdige publiek overte beslissenin hoeverre het oordeel des Heeren Yan Rees over liet boek van kapitein Borel kan genoemd worden een onpartijdig oordeel te zijn. B. Zie het opstel over cle Indische veld- en bergartillerie, naar aan leiding- van het boek van Borel, van de hand van den kapitein van den Generalen staf G. De Wijsin de voorgaande aflevering van dit tijdschrift. B.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 261